Mevrouw Jansen (75 jaar) is de laatste tijd erg bang geworden om boodschappen te doen. Zij merkt dat zij minder op straat komt en daardoor in een isolement raakt. Gedachten over de dood opverspoelen haar. In een gesprek met haar zoon stimuleert deze haar om hulp te zoeken.
Gerda (22 jaar) herkent zichzelf niet meer sinds haar vriend hun relatie heeft verbroken. Ze kan zich slecht concentreren op haar werk, is snel emotioneel en droomt bijna elke nacht van haar vader die op haar 16e is overleden. Na opnieuw een slechte nacht besluit ze op het internet een psycholoog te zoeken.
Peter merkt dat zijn steeds moeilijker te controleren woedeaanvallen de relatie met zijn vrouw langzaam maar zeker verkillen. Hij wil wel anders, maar merkt dat het 'anders willen' niet voldoende is om echt te veranderen. Hij besluit hulp te zoeken om te voorkomen dat hij zelf zijn relatie door woede kapot maakt.
Marit heeft de laatste tijd de grootste moeite aan de dag te beginnen. Op haar werk lijkt er niets uit haar handen te komen en thuis valt ze om kleine dingen uit tegen de kinderen. Zo kan het niet langer. Ze beseft dat ze om de kinderen maar ook voor zichzelf iets moet gaan doen. Ze meldt zich aan bij een psycholoog.
Marcel en Karin hebben drie kinderen. Zij werken allebei. Zij hebben erg veel moeite met de opvoeding van hun zoon Stef van 8 jaar. Hij heeft driftbuien daardoor is de sfeer in het gezin gespannen. Alle 5 hebben ze hier last van. Marcel en Karin willen hulp voor Stef, om zijn woede te leren beheersen, maar ook voor zichzelf, om beter te leren omgaan met Stef.
Achmed zit al lange tijd niet lekker in z'n vel. Thuis trekt hij zich steeds meer terug op zijn kamer en zijn cijfers gaan achteruit. Als zijn mentor op een dag belt dat Achmed de laatste tijd niet vaak op school is verschenen, is voor zijn vader de maat vol. Hij vraagt om een gesprek met de mentor. Deze adviseert hem om eens met een psycholoog te praten.